Bron: Foto RCE

 

139 Dirck de Borchgreve, 1519


DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, de eerste travee vanaf het westen, voor de doopkapel, de meest zuidelijke van de westelijke rij van drie zerken

locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond)
maten 114 x 268 cm
steensoort maaskalksteen
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

Het oppervlak van de grote zerk is tegenwoordig praktisch geheel afgesleten. Slechts de contouren van het wapen en het dekkleed zijn nog te ontwaren, evenals enkele streepjes van de inscriptie midden links. Het moet een indrukwekkende zerk zijn geweest, waarvan rond 1900 nog een groot gedeelte was te zien. De zerk lag bij de vroeger meest belopen zuidelijke toegangspoort.
Het middenveld was oorspronkelijk geheel opgevuld met een sterk versneden dekkleed, dat de helm en het helmteken volledig insloot. Op de hoeken bevonden zich vierpassen met daarin kwartierwapens. Het bovenste kwart van het middenveld en ongeveer tweederde van de inscriptie rechts waren al rond 1900 afgesleten. Volgens Hs Martini 260 waren toen al de kwartierwapens op de hoeken verdwenen. Hij noemt wel de namen van de families waartoe de wapens behoorden. Ook vermeldt hij dat er op de buitenranden van de zerk vroeger nog een inscriptie was te zien, die toen echter al onleesbaar was geworden. De zerk moet op een bepaald moment in de negentiende eeuw zowel aan de linker- als de rechterkant zijn ingekort: deze inkorting is wel aangegeven op de tekening van rond 1900, maar nog niet op de tekening uit het begin van de negentiende eeuw.

Wapens

Alliantiewapen echtpaar (1 schild): Gedeeld; I twee afgewende staande zalmen [Die Borchgreeff]; II gevierendeeld; a en d een leeuw; b en c bezaaid van lelies [Brant van Grobbendonck]. Het schild hangend aan een koord dat is bevestigd aan het halssnoer om de hals van de helm en dat zich onder het schild voortzet, zich verstrengelt en eindigt in knoppen met kwasten. Helm. Dekkleden. Helmteken: twee omgekeerde staande zalmen.
Kwartieren: alle vier afgesleten.
Het wapen Brand van Grobbendonck wijkt in Hs 1709, 36.1 hiervan af: de kwartieren I en IV geven over de leeuw een schuinbalk beladen met drie gaande viervoetige dieren (leeuwen?).
De kwartieren worden in het handschrift als volgt gegeven: 1 twee afgewende staande zalmen [Borgrave]; 2 gevierendeeld; a en d een leeuw; b en c bezaaid van lelies [Brand]; 3 een schildhoofd met een gaande leeuw [Bacx]; 4 gevierendeeld; I en IV gedeeld; a gedwarsbalkt van acht stukken; b twee afgewende staande zalmen; II en III een leeuw [Hinsbergen]. De volgorde van de kwartieren is niet zoals gebruikelijk. Die van de man vinden we onder 1 en 3, die van de vrouw onder 2 en 4.

Bijzonderheden

Hs 1709, 36.1 geeft nog een aanvulling op de inscriptie: en Mr Dirck de Borgrave hoerder Beijer kind Licen/ tiaet in de Rechten sterft 1536 den 30 Dag in Januario bid voor de ziele. Deze tekst stond volgens Hs Martini 360 op de buitenste rand en was toen al onleesbaar.
Dirck de Borchgreve was een zoon van Dirck de Borchgreve en Margriet Houtappel. In 1471 werd hij voor de eerste maal benoemd tot schepen van ’s-Hertogenbosch, een functie die hij tot 1512 nog zesmaal zou vervullen. Dirck was gezworen broeder van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap en deed in 1476-1477 dienst als proost. In 1485-1486 was hij actief als stadhouder van de hoogschout en in 1508 nam hij als schansmeester deel aan het beleg van het kasteel van Poederoijen. In de belastinglijsten van het begin van de zestiende eeuw behoort hij tot de 1% hoogst aangeslagenen. Kort voor 1484 was Dirck getrouwd met Gertruyt Brant, een dochter van de heer van Grobbendonk. Gertruyt trad in 1495 eveneens tot de Broederschap toe. Dirck werd op 9 juli, twaalf dagen na zijn overlijden, door zijn medebroeders naar zijn laatste rustplaats in de Sint-Jan gebracht.
Zijn zoon Dirck, in de aanvullende inscriptie hierboven genoemd, was rond 1488 geboren. Op 31 juli 1503 werd hij ingeschreven aan de Leuvense universiteit en in 1509 vervolgde hij zijn rechtenstudie aan de prestigieuze universiteit van Orléans. Getooid met de titel van licentiaat in de rechten vervulde hij na zijn terugkeer in ’s-Hertogenbosch vanaf 1513 achtmaal het schepenambt. De laatste twee termijnen, in 1531 en 1532, was hij president-schepen van de stad. Bij de schouwentelling die in 1526 in het hertogdom Brabant werd gehouden, was hij commissaris in het kwartier van Brussel. Ongehuwd en kinderloos stierf hij in 1537 (de datum op de zerk was zeer waarschijnlijk in paasstijl). 1.

Geschiedenis

(Nieuw 542; Martini 360; Smits 1) *
In ieder geval vanaf 1752 was het graf eigendom van de kerk.
Martini situeerde de zerk 1821 in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, in de eerste travee vanaf het westen, voor de doopkapel. De steen lag zeker al vanaf 1752 op deze plek en dat is ook nu nog het geval. Sinds het midden van de achttiende eeuw is hij dus niet of nauwelijks verplaatst.

Personen

Borchgreve, Dirck de † 27-6-1519
Brant, Gertruyt
 Brant, N.N.
 Houtappel, Margriet

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie