Bron: Van Valkenburg BC

 

323 Reyner Jan Daems, 1536


DETAILS |BESCHRIJVING|WAPENS|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

in het zuidtransept, ten zuiden van de zuidwestelijke vieringpijler

locatie in 1821 volgens Martini (zie plattegrond)
maten 114 x 195 cm
steensoort maaskalksteen
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

Het oppervlak van de zerk is voor het grootste gedeelte afgesleten, alleen het rechtergedeelte, gelegen tegen de vieringpijler is goed bewaard gebleven. Van de driepas in het midden zijn slechts vage contouren overgebleven.
Het gaat om een zerk met een tekstband die op de hoeken wordt onderbroken door vierpassen. In het midden was een driepas gegraveerd met daarin een doodshoofd met vleugels en met twee linten die ontsprongen uit de mond ervan. Aan de linten hingen twee wapenschilden.

Wapens

Volgens Hs Martini, nr. 304 toonde de zerk het alliantiewapen echtpaar (2 schilden): 1 een zittende griffioen [Danissz]; 2 een hand- of huismerk [Knoyen].
Het hand- of huismerk bestaat uit een schuinkruisgewijs geplaatste verkorte schuinbalk en een weerhaak.

Bijzonderheden

Reyner Jan Daems, afkomstig uit Geel, wordt in ’s-Hertogenbosch voor het eerst vermeld in 1487. Hij is dan klerk van stadssecretaris en notaris mr. Arnt van Weylhuysen. In de daaropvolgende jaren trad hij op als gemachtigde van een groot aantal personen. Eind vijftiende eeuw en in de eerste jaren van de zestiende eeuw pachtte hij diverse stedelijke accijnzen zoals de wijnaccijns, de oude kleerpacht en het vestgeld. Reyner kocht in 1496 het poorterschap van ’s-Hertogenbosch. In 1506 werd hij benoemd tot stadhouder van de hertogelijke rentmeester in het kwartier van ’s-Hertogenbosch. In 1514 was hij bestuurder van het door Marten van Elmpt gestichte armemannengasthuis in Esch. Reyner wist blijkbaar een gedegen reputatie op te bouwen; in 1514 werd hij een van de zes goede mannen van de stad, die belast waren met de sanering van de stedelijke financiën. Deze functie bleef hij tot en met 1525 onafgebroken uitoefenen. Zijn toetreding als gezworen broeder tot de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap in 1516 mag gezien worden als een bevestiging van Reyners vooraanstaande positie in de Bossche samenleving. Financieel-economisch ging het hem evenzeer voor de wind. In de belastinglijsten uit het begin van de zestiende eeuw behoort hij gemiddeld tot de 18% hoogst aangeslagenen. Reyner was getrouwd met Heylken Jacobs Knoyen. Dit huwelijk bleef waarschijnlijk kinderloos, in ieder geval waren er geen wettige kinderen meer in leven na de dood van Reyner; de nalatenschap ging naar neven en nichten van Reyner en Heylken. Wel had Reyner een natuurlijke dochter Magdalena (1497/8-1578/9), zuster in het klooster Mariënburg op de Uilenburg. Heylken overleed op 28 mei 1535. Reyner volgde op 22 april 1536. Zijn gezworen medebroeders van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap hielden op 29 april een uitvaartmis voor hem. 1.

Geschiedenis

(Martini 304; Smits 303) *
Martini trof de zerk in 1821 aan in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, in de derde travee vanaf het transept. Smits kende de zerk niet uit eigen waarneming, maar baseerde zich bij het afbeelden en beschrijven ervan in 1912 op het handschrift Martini. Op de plattegrond van Smits wordt de zerk dan ook niet aangegeven en evenmin op die van 1947 en 1978. Op de plattegrond van 1991 wordt hij aangeduid op de huidige locatie.

Personen

 Daems, Magdalena
Daems, Reyner Jan † 11-4-1536
 Elmpt, Marten van
Knoyen, Heylken Jacobs
 Weylhuysen, Arnt van

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie