Bron: Foto RCE

 

368 Madame Renodo, 1813


DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

tegen de zuidelijke buitenmuur van het schip, tussen de zesde en zevende steunbeer vanaf het westen

maten 73 x 69 cm
steensoort grijze steen
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

De steen is tegen de muur vastgezet met vier ronde ijzeren klampen op de hoeken. Hij bevat alleen de zevenregelige inscriptie.

Bijzonderheden

Anne-Marie Renodo is in 1764 of 1765 geboren in het Zuid-Franse Bayonne als dochter van Barthelémi Renodo en Cathérine Videlin. Zij trouwde in de jaren 1780 met Guillaume Antoine François Cornot baron de Cussy. Deze was op 7 april 1764 in het Zuid-Franse Auch geboren uit het huwelijk van Marc-Antoine Cornot en Marie-Thérèze d’Agasson. Deze Marc-Antoine had in dienst van de Franse eerste minister kardinaal De Fleury nauwe contacten onderhouden met onder andere de Poolse ex-koning Stanislaus Leszczynski en de Britse troonpretendent Charles-Edward Stuart. Toen in 1812 het schip dat een deel van de huisraad van de familie richting Groningen vervoerde op de Zuiderzee verging, gingen ook een kostbare ring en horloge verloren, die Stanislaus aan Marc-Antoine had geschonken en die als erfstuk in de familie waren gebleven. Later werd Marc-Antoine advocaat te Auch en belastingcontroleur. Zoon Guillaume maakte in 1783 of 1784 een grand tour, waarbij hij onder andere Rome en Florence aandeed. In die laatste plaats werd hij ontvangen door een inmiddels gedesillusioneerde Charles Edward Stuart, die hem een brief voor zijn vader Marc-Antoine meegaf. Wat er na Guillaume’s terugkeer in Frankrijk gebeurde is niet helemaal duidelijk. De belangrijkste bron, zijn zoon Ferdinand, spreekt zich in zijn Souvenirs tegen: eerst zegt hij dat zijn vader in dienst trad bij de dragons d’Artois, maar dat hij na een ernstige verwonding door een val van zijn paard aan een carrière binnen het belastingwezen begon. Later verhaalt hij dat Guillaume een positie bij de Franse ambassade van Constantinopel in het vooruitzicht was gesteld, maar dat diens vader eiste dat hij officier bij de musketiers zou worden. Guillaume vluchtte uit het ouderlijk huis, over de Pyreneën en trad in dienst bij de Spaanse koning. Twee jaar later zou hij in Frankrijk zijn teruggekeerd met een verbrijzeld been – gevolg van een val van een paard – en vergezeld door een echtgenote, de knappe Anne-Marie Renodo, de dochter van een hoge Spaanse officier. Daar Anne-Marie geen Spaanse was, ze was immers in het Franse Bayonne geboren, lijkt het erop dat dit fraaie verhaal niet met de werkelijkheid strookt. Guillaume en Anne-Marie hadden twee dochters, Anne-Marie en Marie-Virginie en één zoon, Jean Baptiste Alexis Cathérine Ferdinand Stanislas Théodore, geboren op 18 december 1795 in Saint-Etienne-de-Montluc. Deze zoon, met de roepnaam Ferdinand, maakte later carrière als diplomaat en vertegenwoordigde zijn land onder andere in Berlijn en Dresden. Daarnaast is hij de auteur van diverse boeken over diplomatie en maritiem recht.
Guillaume was vanaf 1786 ambulant inspecteur van de vingtième, vanaf 1793 ontvanger en inspecteur der Registratie in diverse plaatsen, vooral gedurende lange tijd in Nantes. Vanaf 1811 was hij directeur der Registratie en Domeinen, eerst in Groningen, vanaf 1813 in ’s-Hertogenbosch, na de Restauratie in Frankrijk in Carcassonne en Agen. Hoewel van adel was hij – in tegenstelling tot zijn oudere broer, die Frankrijk ontvluchtte – ook na de Revolutie in zijn vaderland gebleven. Hij diende de opeenvolgende regimes, maar in zijn hart bleef hij een monarchist. Ook Anne-Marie was geen aanhanger van de Revolutie en ook niet van Napoleon. Haar zoon herinnert zich dat zij de keizer steevast un tyran noemde, omdat zij – zo vertrouwt hij zijn lezers toe – het moment zag naderen dat de dienstplicht haar zoon aan haar zou ontrukken. Dat moment heeft Anne-Marie echter niet meer hoeven meemaken: kort na de overplaatsing van haar man naar ’s-Hertogenbosch overleed zij op 48-jarige leeftijd op 5 juni 1813 in haar woning aan het Hinthamereind. De vermoeienissen van het reizen, de druk opnieuw een leven op te moeten bouwen waren haar, aldus haar zoon, te veel geworden. Zij vond haar laatste rustplaats op het kerkhof van de Sint-Jan. Haar gedenkplaat zal aanvankelijk haar graf hebben gesierd en eerst later aan de buitenmuur van de Sint-Jan zijn bevestigd. Guillaume zette zijn loopbaan voort in het hernieuwde Franse koninkrijk. In 1824 werd hij benoemd tot ridder van het Légion d’Honneur. Hij sloot zijn actieve loopbaan af in Agen, en bleef daarna ook in die streek wonen. Hij overleed ten slotte op 87-jarige leeftijd op 14 maart 1851 in de armen van zijn zoon. 1.

Geschiedenis

(Smits 327) *
De gedenkplaat sierde aanvankelijk het graf van Anne-Marie Renodo op het kerkhof van de Sint-Jan. Hij komt niet voor op de plattegrond van Smits. Wel heeft Smits de inscriptie opgenomen en van een nummer voorzien. Ook geeft hij de locatie in 1912, aan den Zuidelijken buitenwand van het schip der kerk, naast het Archieflokaal. Op de plattegrond van 1947 hangt hij daar nog steeds, tussen de zevende en achtste steunbeer vanaf het westen. Thans is hij te vinden tussen de zesde en zevende steunbeer vanaf het westen. Wanneer de steen is verplaatst, is niet bekend.

Personen

 Agasson, Marie-Thérèze d'
 Cornot, Anne-Marie
 Cornot, Ferdinand
 Cornot, Guillaume Antoine Francois
 Cornot, Jean Baptiste Alexis Cathérine Ferdinand Stanislas Théodore
 Cornot, Marc-Antoine
 Cornot, Marie-Virginie
 Fleuri, N.N. de
 Leszczynski, Stanislaus
 Napoleon
· zie ook: 371. Anna Santini, 1815
Renodo, Anne-Marie † 5-6-1813
 Renodo, Barthelémi
 Stuart, Charles-Edward
 Videlin, Cathérine

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie