Bron: Foto RCE

 

107 Jacoba de Witt, 1762


DETAILS |BESCHRIJVING|BIJZONDERHEDEN|GESCHIEDENIS|PERSONEN|REAGEER


huidige plaats    

in het middenschip, de eerste travee vanaf het transept, tussen de noordwestelijke vieringpijler en de volgende arcadepijler

maten 94 x 172 cm
steensoort hardsteen
inscripties 


klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Beschrijving

De zerk is leeg gebleven, met uitzondering van de eenregelige inscriptie in de bovenrand met drie woorden van de naam.

Bijzonderheden

Jacoba de Wit is een dochter van Cornelis de Wit (circa 1668-1701), geboren Bosschenaar, die predikant was in Sint-Oedenrode, Groede en Sluis en diens vrouw Anna Margaretha van Espendonck. Haar broer, eveneens Cornelis geheten, kreeg zijn opleiding aan de Bossche Illustere School en werd net als zijn vader predikant, vanaf 1718 op fort Isabella en de Anthonyschans nabij de stad, vanaf 1733 als zesde predikant in ’s-Hertogenbosch zelf. In 1741 werd Cornelis bovendien hoogleraar in de Oosterse talen aan de Bossche Illustre School. Jacoba bleef ongehuwd en woonde samen met haar broer aan het einde van de Sint-Jorisstraat, waar zij in de loop der jaren een aantal panden hadden verworven. Bij Jacoba’s begrafenis op 18 december 1762 werden zes uur lang de klokken van de stad geluid. Kort na haar dood, in januari 1763, trad Cornelis in het huwelijk met Cornelia Kalff, weduwe van Marcelis van den Dungen († 1760). Cornelis overleed op 27 maart 1771 en werd op 2 april begraven. 1.

Geschiedenis

(Oud 426; Nieuw 304) *
In 1707 stond de kelder op naam van de heer Hamel-Bruinincx, waarna hij in de achttiende eeuw werd overgeboekt op naam van juffrouw Hamel. Nadat de kelder aan de kerk was vervallen, werd hij op 27 mei 1754 verkocht aan Jacoba de Witt en haar broer Cornelis de Wit, hoogleraar en predikant. Als voorwaarde gold dat de kelder pas 50 jaar na hun overlijden geopend zou mogen worden, dan wel aan de kerk zou mogen vervallen, of verkocht zou mogen worden. In geval de erfgenamen van de eerder genoemde juffrouw Hamel de zerk zouden opeisen, diende hiervoor een bedrag van 54 gulden betaald te worden. In 1779 stond de kelder nog steeds op naam van Cornelis en Jacoba de Wit. In de daaropvolgende legger komen geen namen van eigenaren meer voor.
Het is opmerkelijk dat enkel de naam van Jacoba de Witt op de zerk terug te vinden is. Wellicht dat eerdere namen, zoals Hamel (-Bruinincx), door slijtage zijn verdwenen dan wel opzettelijk zijn verwijderd.
Uit de locatieaanduidingen in de leggers blijkt dat de kelder in ieder geval vanaf 1707 in de viering van de kerk lag. Hoewel Smits de zerk niet vermeldt, komt hij wel voor op een plattegrond uit 1991. Hier wordt hij weergegeven op de huidige locatie. Mogelijk is hij daar in 1983 terecht gekomen toen enkele zerken in de viering moesten wijken voor de komst van een nieuw lithurgisch centrum.

Personen

 Dungen, Marcelis van den
 Espendonck, Anna Margaretha van
 Hamel, N.N.
 Hamel-Bruinincx, N.N.
 Kalff, Cornelia
· zie ook: 486. Frans Henricx Jansz alias Francen van Ghestel, 1593
 Wit, Cornelis de † 1701
Wit, Jacoba de † 1762

Legenda:
† begraven in de Sint-Jan
vet: hoofdbegravene.
Grafzerk    
 
Naam    
 
E-mail    
 
Reactie    
 
Verifcatie    
 
 

Uw browser ondersteunt geen Flash of bezit geen recente Flash versie