Beschrijving

De zerk ligt tegenwoordig gedeeltelijk onder een biechtstoel. Middenboven is een klein vierkant stukje ingezet.
Met uitzondering van de vijfregelige inscriptie in kapitalen is de rest van de zerk momenteel leeg, wat mogelijk altijd al zo is geweest.

Bijzonderheden

De tekst op deze zerk is nog slechts ten dele leesbaar, maar Hs 1709, 176 biedt uitkomst: ‘begraeffenisse van Elisabeth van den/ Andel, weduwe van Jacob van Ravesteyn/ gestorven den ---/ ende Johannes van Ravesteyn haren soon/ gestorven den 17 september 1691/ ende Andries van Ravesteyn sterft den/ 11 mey 1698.’ Jacob van Ravesteyn was een zoon van Andries Mathys van Ravesteyn en Engelken Jacobs van Lier. Hij oefende zijn beroep van bierbrouwer uit in het huis ‘In de Luypaert’ aan de Hooge Steenweg. In 1656 trad hij in het huwelijk met Elisabeth Henricx van den Andel. Dit echtpaar liet tussen 1657 en 1670 negen kinderen dopen. Drie van hun zonen hadden religieuze roeping en werden na hun studie in Leuven respectievelijk norbertijn, kapucijn en minderbroeder. Twee van hen waren lange tijd actief in de katholieke zielzorg in hun geboortestad. Jacob overleed in augustus 1669 en werd op de zesde van die maand in de Sint-Jan begraven.
Zoon Jan, in 1666 geboren, overleed op 17 september 1691. Vier dagen later kocht zijn moeder een nieuw graf in de Sint-Jan, leggende ten noorden van Deloff Stuymer (zie zerk 166). Op de zerk werd allereerst haar naam gegraveerd waarna, ruimte latend voor de toekomstige sterfdatum van Elisabeth, de naam en sterfdatum van Jan volgden. Het familiebedrijf was intussen overgenomen door de oudste zoon Andries die was geboren in 1657. In 1685 trouwde hij met Catharina van Geffen, bij wie hij vier kinderen verwekte. Op 11 mei 1698 kwam Andries bij een noodlottig ongeval om het leven. Te paard op weg in de buurt van Dinther wilde hij de Aa oversteken, viel met zijn paard van een steile oever in een wiel en verdronk. Vijf dagen later werd hij in het familiegraf in de Sint-Jan begraven. Zijn moeder Elisabeth maakte in april 1712 voor de laatste maal een testament en overleed in juli van dat jaar. Zij vond haar laatste rustplaats niet in de Sint-Jan, maar op het kerkhof van de Sint-Cathrien. Haar sterfdatum op de zerk in de Sint-Jan is daarom nooit ingevuld. ^1.

Geschiedenis

(Oud 115; Nieuw 499; Martini 305; Smits 290B) ^*
Dit graf stond in 1707 geregistreerd als t’ graft van vrouw van Ravesteijn. In de legger van 1724 staat de overboeking op naam van Jakoba, Lambardina en Johannis van Ravesteijn. Op 19 mei 1752 kwam het op naam van Jacoba van Ravestijn, weduwe van Petrus van Beugen, en haar twee kinderen Maria en Mechtildis. Laatstgenoemde was getrouwd met Rudolph van Engelen. Ook werd het graf geregistreerd op naam van Lambertina van Ravestijn, weduwe van de heer Tibosch, en haar vier kinderen Barbara, Arnoldus, Catharina en Maria Anna Tibosch. Tot slot kwam het op naam van de vier kinderen van wijlen de heer Jan Z. van Ravestijn, te weten Johannes, Emanuel, Maria en Catharina. Op 5 mei 1779 werd het graf geboekt op de namen van de reeds genoemde Arnoldus en Barbara Tijbosch, Maria M. van Beugen ^2., Lucas van Engelen en B. Halfwassenaar, echtgenoot van Petronella van Engelen. Tussen 1779 en 1804 verviel het eigendom aan de kerk, nadat in de laatste legger aanvankelijk een onterechte overboeking was genoteerd op naam van Jacob Willem Halfwassenaar en Martinus van den Heuvel, echtgenoot van Maria Tijbosch (zie ook zerk 475).
In 1821, maar vermoedelijk ook al in 1691, bevond de zerk zich in de zuidelijke binnenzijbeuk van het schip, ongeveer in het midden van de derde travee vanaf het transept. Tussen 1821 en 1912 werd hij verplaatst naar de derde travee van het middenschip, gerekend vanaf het westen. In 1947 lag hij hier nog steeds. Ten laatste in 1991 verhuisde de zerk naar zijn huidige plaats.

Personen